Voor veel Nederlandse natuurliefhebbers is de Belgische kust met haar dichte bebouwing en bijna nergens meer rust en ruimte een waar spookbeeld. Maar ook langs de Nederlandse kust staan stranden en duinen onder druk door meer intensief recreatief gebruik. Steeds meer vakantieparken achter de duinen passen hun accommodaties aan voor permanent gebruik en ook meer strandpaviljoens mogen het hele jaar door open zijn. Stichting Duinbehoud staat kritisch tegenover deze ontwikkelingen. Directeur Marc Janssen vertelt erover.
Onderzoek vakantieparken in Natura 2000-gebieden
Onderzoekscollectief Follow The Money deed afgelopen tijd onderzoek naar vakantieparken in Nederlandse Natura 2000-gebieden. Zo onderzochten ze vakantieaanbieder Roompot, die van de gemeente Noord-Beveland toestemming kreeg om zestig paalwoningen te bouwen op een Natura 2000-strand aan de Oosterschelde. Dit past in een bredere ontwikkeling, zo lieten zij zien in een artikel uit december 2021.
Gevolgen van toename vakantiewoningen en permanente strandpaviljoens
Ook op het strand verdwijnt sluipenderwijs het open karakter. Het wordt steeds moeilijker om rustige stukken te vinden waar je ongestoord kunt wandelen en genieten van de ruimte. Marc noemt als voorbeeld Terschelling. “Daar zijn zes locaties aangemerkt waar strandpaviljoens mogen staan. Afgelopen 15 jaar zijn vijf van de zes paviljoens vergroot en omgebouwd tot permanente strandpaviljoens. In het kader van de gelijke behandeling mag die zesde nu ook worden vergroot en permanent blijven staan. Strandpaviljoens willen steeds groter worden en meer faciliteiten bieden”, zegt Marc. “Denk aan de verhuur van stoelen op afgezette stukken strand en aan het organiseren van feesten en partijen.
De harde cijfers
De voorbeelden zijn illustratief voor hoe het strand overal in Nederland steeds intensiever gebruikt wordt. Er staan in Nederland nu 1.209 vakantiewoningen in Natura 2000-gebieden, zo bleek uit hun cijfers. En dat is maar liefst 50% meer dan vijftien jaar geleden.
Ook in de achtergelegen duingebieden wordt het alsmaar drukker. Uit cijfers van Nationaal Park Zuid-Kennemerland blijkt de recreatie in tien jaar tijd met meer dan 50% is toegenomen. We zijn er natuurlijk erg blij mee dat mensen geïnteresseerd zijn in de natuur, maar het wordt wel druk in de natuurgebieden.”
Landelijke beleid kustbebouwing
Tot zes jaar geleden was er stringent landelijk beleid voor bebouwing op het strand en in de zeewering, begint Marc zijn uitleg. Het ministerie van Verkeer & Waterstaat zorgde voor strenge handhaving vanwege het belang van de kustveiligheid. Maar in 2016 liet minister Melanie Schultz van Haegen opeens dit algemene beleid ten aanzien van kustbebouwing los. De reden was onder andere het succes in de jaren ervoor van het beleid van dynamisch handhaven en zandsuppleties. Door het aangevoerde zand en het op peil houden van het zandvolume in de waterkering vormde bebouwing op het strand geen groot risico voor de veiligheid meer.
“Vanuit Stichting Duinbehoud hebben wij ons steentje bijgedragen aan het beleid van dynamisch handhaven, bijvoorbeeld als promotor van pilotproject De Kerf bij Schoorl. Dat project heeft laten zien dat dynamisch kustbeheer helemaal niet gevaarlijk is voor de veiligheid maar wel heel positief kan uitwerken voor de natuur. Door het zand vanaf het strand de duinen in te laten waaien kunnen die meegroeien met de stijgende zeespiegel en ontstaat bovendien een natuurlijker kustlandschap met een grotere diversiteit aan flora en fauna. Een tweede project waar we hard aan hebben getrokken is de zandmotor bij de Delflandse kust, vanuit het idee dat grootschalig zand suppleren ook positieve gevolgen heeft voor duurzame kustbescherming. We willen graag ook zo’n zandmotor realiseren voor de kust van Callantsoog, voor de veiligheid van de kust in de kop van Noord-Holland en om te voorzien in de zandhonger van de Waddenzee, waar de zeespiegel sneller stijgt dan het wad.”
Kustpact
Door het succes van de zandsuppleties was de waterkering zo goed beschermd dat het rijksbeleid van geen bebouwing op het strand in de ogen van de minister geen veiligheidsdoel meer diende. De beslissing van de minister om het stringente beleid voor kustbebouwing op te geven, leidde destijds tot heel veel commotie.
“Een hele grote groep mensen was verontrust over het verdwijnen van de rustige strandgedeelten, wat onder meer leidde tot de campagne Bescherm de Kust. Je kunt als Rijk niet zomaar stoppen met het beleid als dat niet door andere overheden wordt overgenomen. De minister schrok van de ophef en kwam vervolgens pijlsnel met een overleg met gemeenten, provincies en natuurorganisaties. Daaruit is in 2017 het Kustpact ontstaan.”
Naar aanleiding van het Kustpact is er een landelijk kustoverleg ingesteld. Daarin is onder andere afgesproken dat het kustbeleid wordt opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordeningen. Inmiddels heeft de minister het Kustpact ook opgenomen in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (BARRO), wat betekent dat gemeenten bouwplannen moeten toetsen aan de afspraken in het Kustpact.
De Waddeneilanden hebben niet meegetekend met het Kustpact, met als argument dat hun kusten voldoende beschermd zouden zijn. “Dat klopt ook wel een beetje”, zegt Marc. “Op die eilanden valt het hele strand onder Natura 2000-bescherming. Dat is een betere bescherming dan in de rest van Nederland.”
Toch biedt ook Natura 2000 onvoldoende houvast tegen de opmars van strandbebouwing. “We hebben dat gemerkt bij de bouw van strandhuisjes bij Kijkduin. Wij stelden daarbij dat die de jonge duinvorming zouden blokkeren en dat gaat ten koste van het Natura 2000-gebied. Daarop liet de exploitant weten dat hij dan maar een tiental meter afstand tot de duinvoet zou aanhouden. En dan was het formeel weer geen probleem, maar bij de plaatsing van de huisjes zijn de duintjes wel platgeschoven. “Natura 2000 biedt dus onvoldoende bescherming om dit soort ontwikkelingen tegen te houden.”
Pijplijn-projecten
Op het oog lijken de zaken dus goed geregeld, maar een groot probleem met het Kustpact is volgens Marc dat er sprake is van zogenaamde pijplijn-projecten. Hij legt uit: “Allerlei projecten waar in het verleden al afspraken over zijn gemaakt voordat het Kustpact werd getekend, mogen in principe doorgaan. We komen er nu achter dat wel heel veel projecten als zodanig worden aangemerkt.”
Hij noemt als voorbeeld van zo’n pijplijn-project de komst van een nieuw hotel op Terschelling. “Daarvoor komt men met argumenten uit een wel heel ver verleden. Lang geleden stond daar namelijk een hotel dat al in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers is afgebroken. Nu wordt opeens gesteld dat er een nieuw hotel gebouwd mag worden, omdat er ooit eerder een hotel heeft gestaan en er nog een pachtcontract ligt uit 1938.”
Een extreem voorbeeld misschien, maar dit soort ontwikkelingen zie je volgens Janssen overal langs de kust gebeuren. “Ook de eerdergenoemde omzetting van een seizoensgebonden strandpaviljoen naar een permanente situatie was zo’n pijplijnproject op Terschelling en in Kijkduin zijn veertig strandhuisjes neergezet omdat er nog een oude afspraak lag. Dit laat zien dat we als Stichting Duinbehoud de handen vol hebben om de kust niet helemaal vol te laten bouwen.”
Pontificaler in het landschap
In het Kustpact lag de focus in eerste instantie niet zozeer op bebouwing áchter de duinen. Maar ook daar neemt de afgelopen jaren de druk toe. “Veel vakantieparken zijn de laatste jaren meer gericht op luxe en comfort. Zij proberen ervoor te zorgen dat het park niet alleen in de zomermaanden wordt gebruikt maar het hele jaar door, wat weer invloed heeft op het omliggende natuurgebied. Want dat wordt dan ook ineens het hele jaar door bezocht in plaats van alleen het zomerseizoen. We zien duidelijk dat de verstoring door recreatie van de broedperiode van vogels aan het toenemen is.”
Vakantieparken met kleine vakantiehuisjes en met veel ruimte tussen die huisjes worden nu vaker volgebouwd met grotere accommodaties die veel meer kubieke meters beslaan. “Het wordt allemaal veel pontificaler in het landschap neergezet, een soort tweede huizen met extra bouwlagen. Dat levert voor de ondernemers veel meer geld op. De vakantieparken zijn private partijen die gewoon binnen de regels opereren. “Zolang de regels niet worden aangescherpt, zijn onze mogelijkheden om deze ontwikkeling te stoppen beperkt.”
In het artikel van Follow The Money werd vooral ingegaan op de situatie op Noord-Beveland, maar je ziet dergelijke ontwikkelingen overal langs de kust gebeuren. Janssen vertelt dat Stichting Duinbehoud momenteel op Schouwen in een aantal juridische procedures zit tegen een initiatief waarbij kleine huisjes worden omgetoverd naar grote vakantiehuizen. Maar ook buiten Zeeland is het aan de hand, bijvoorbeeld in Zandvoort en in de Kop van Noord-Holland. Een succes was recent dat een camping in Bloemendaal geen toestemming kreeg van de gemeente om twaalf luxe chalets te bouwen en een padelbaan met verlichting aan te leggen.
Positieve kanten
Ondanks dat we het Kustpact hebben, konden veel van die ontwikkelingen toch doorgaan. “Maar we hebben het nu wel op de agenda van het Kustpact gekregen”, zegt Janssen. “Sommige gemeenten stribbelden wel tegen, omdat zij vonden dat het Kustpact alleen ging over bebouwing aan de zeekant van de duinen. Maar wij hebben aangegeven dat het over de hele kuststrook gaat en dat is nu geaccepteerd. In het kader van het Kustpact wordt er momenteel ook een monitoringprogramma opgezet om dit soort ontwikkelingen goed te volgen en te kijken of er maatregelen nodig zijn.”
Stichting Duinbehoud wil niet alleen de nadruk leggen op dingen die niet mogen, maar wil ook op een positieve manier samenwerken in het Kustpact, benadrukt Janssen. “Ook wij willen het strand interessant genoeg houden voor mensen om naar de kust te komen. Daarom zijn wij, samen met LandschappenNL, Stichting Anemoon, IVN en de Vogelbescherming, begonnen met het project Het Groene Strand. Daar betrekken we ook gemeenten en paviljoenhouders bij.”
“Binnen het Groene Strand project willen we de natuurwaarde van het strand in beeld te brengen en er samen met de gebruikers van het strand inhoud aan te geven. Door bijvoorbeeld delen van het strand te beschermen voor broedvogels, strandschoonmaakacties op te zetten en excursies te organiseren. Dat slaat aan.”
Hooilanden met mooie bloemenweiden
“Aan de ene kant willen we ontwikkelingen tegenhouden zoals het volbouwen van de duinrand met vakantieparken. Anderzijds proberen we ook iets positiefs bereiken”, aldus Janssen. “Volgens ons zou je moeten gaan werken aan meer recreatiegebieden in het landelijk gebied, langs de rand van de stad en buiten de kwetsbare natuurgebieden.”
“In het nieuwe coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt voor dat soort groengebieden waar ook landbouw plaatsvindt. Deze zogenaamde “landschapsgronden” vormen een nieuwe categorie tussen de klassieke landbouwgebieden en de beschermde natuurgebieden. Dan koop je de betreffende agrariërs niet volledig uit, maar maak je afspraken met ze over een extensief gebruik van de grond door bijvoorbeeld weilanden om te vormen naar hooilanden met mooie bloemenweiden.
“Op deze manier willen we de goede ontwikkelingen langs de duinrand stimuleren: er ontstaat een buffer tussen natuurgebieden en landbouwgebieden. Het vermindert de stikstofdepositie in de kwetsbare natuurgebieden. Je hebt vervolgens een groengebied om te recreëren én het voorkomt dat die gebieden volgebouwd worden. Deze ontwikkeling krijgt ten zuiden van Bergen al op diverse plekken vorm. Wij zouden die graag langs de hele kust voortzetten.”
Koester de kust
Stichting Duinbehoud blijft zich hard maken voor het versterken van de natuur om ervoor te zorgen dat wij en de generaties na ons kunnen blijven genieten van de bijzondere Nederlandse kust. Samen met anderen lossen we problemen in het duingebied op deskundige wijze op. Dit doen we door het geven van voorlichting, het voeren van acties, overleg en – als laatste redmiddel – juridische procedures. In belang van de natuur en mensen. Want de kust, die koesteren we.