Klimaatverandering
De nieuwe KNMI’23-klimaatscenario’s laten zien wat Nederland de komende decennia mogelijk te wachten staat aan klimaatverandering. Het kan in alle seizoenen warmer worden, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. Het KNMI voorspelt nattere winters, drogere zomers en zwaardere buien. De zeespiegel blijft stijgen, maar heel ongewis is in welke mate. Immers, klimaatverandering is sterk onderhevig aan het succes van de pogingen om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen te beperken.
Hittegolven
Hittegolven kunnen in de toekomst vaker voorkomen in Nederland, worden wellicht heter en houden langer aan. In de scenario’s met een hoge uitstoot van broeikasgassen komt aan het eind van de eeuw een temperatuur van 40°C bijna elk jaar voor. Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen. We spreken over een voorspelling over 75 jaar, dus die is – ondanks alle data – ongewis.
Soorten verdwijnen
Ook in de scenario’s van het KNMI met lage uitstoot heeft Nederland steeds vaker te maken met tropische hitte. Met deze veranderingen gaat het klimaat in Nederland meer en meer lijken op dat van Noord- of Midden-Frankrijk. Voor de natuur betekent dit dat biotoop grenzen gaan verschuiven en soorten moeten migreren. De tijgerspin wordt inmiddels al in Groningen gesignaleerd en steeds vaker zien we hier bijeneters en koereigers uit zuidelijke streken. Lang niet alle planten en dieren kunnen migreren en die soorten verdwijnen mogelijk..
Lange droge zomers
In de zomer zal het volgens het KNMI in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor kunnen langduriger en/of extremer droogtes ontstaan. In het minder heftige scenario is de voorspelling aanzienlijk milder. Meer droogte en zware buien kunnen leiden tot meer erosie langs de hellingen van duintjes en lange droge zomers kunnen slecht uitpakken voor de vochtminnende soorten in het duingebied.
Zeespiegelstijging
De voorspellingen voor de zeespiegelstijging zijn het meest onzekere deel in de scenario’s, want van heel veel mondiale factoren afhankelijk. Toch heeft het KNMI gemeend om een stijging van zelfs 2,5 meter in 2100 te noemen, mochten de ijskappen sneller dan verwacht smelten. De komende 100 jaar is de zeespiegelstijging nog enigszins bij te houden met zandsuppleties en dynamisch kustbeheer, daarna niet meer. De risico’s zijn het grootst voor de Waddeneilanden.
Zie hier de KNMI scenario’s.