
Wat zegt het Coalitie Akkoord van het vierde Kabinet Rutte over de natuurambities voor Nederland? Eigenlijk niet zoveel. Er komen weliswaar twee ministers die zich bezig gaan houden met natuur, maar veel nieuws krijgen ze niet te doen. De voornaamste taak wordt het aanpakken van het stikstof probleem en voor de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied wordt circa 1,8 miljard per jaar uitgetrokken. Deze opgave moet worden gerealiseerd op een wijze die zoveel mogelijk rekening houdt met de landbouw.
Landschapsgrond
Een duidelijk CDA stempel is zichtbaar bij een nieuwe term die wordt geïntroduceerd: “landschapsgrond”, afkomstig van 2e kamerlid Derk Boswijk. Landschapsgrond betreft gronden met een grondgebruik dat het midden houdt tussen natuur en landbouw. Het is de bedoeling om dit type grondgebruik in te zetten als bufferzone rond de Natura 2000 gebieden. De landschapsgronden worden ingezet als antwoord op de hoge stikstofdepositie in Natura 2000 gebieden door naastliggende agrarische bedrijven en de weerstand tegen de uitkoop van die bedrijven. De grond wordt afgewaardeerd en het gebruik geëxtensiveerd.
Binnenduinrand
Als dit middel ruimhartig wordt ingezet (met voldoende financiële inzet) en het agrarisch gebruik flink wordt geëxtensiveerd, dan zou dit een goed alternatief kunnen zijn voor de (stagnerende) uitkoop van agrarische bedrijven. Landschapsgronden kunnen worden ontwikkeld naar hooilanden of extensieve weidegronden. Dit kan langs de binnenduinrand een fraai landschap opleveren met bijzondere natuurwaarden. En het is tevens een mooie rem op de oprukkende verstedelijking.
Risico
Veel zal afhangen van de invulling die de komende minister voor stikstof en natuur (Christianne van der Wal, VVD) aan het begrip landschapsgrond gaat geven. Een risico is, dat landschapsgrond een slappe variant wordt op agrarisch natuurbeheer met beperkte natuurwinst of dat er in de onderhandelingen over de afwaardering van de grond toch weer een vorm van verstedelijking insluipt.