Search
Close this search box.

Natuur krijgt de ruimte in Hondsbossche Duinen

In acht jaar tijd al enorme soortenrijkdom

Fotograaf: Jos Lap
Fotograaf: Jos Lap

Langs de branding op het strand ten noorden van Camperduin lopen wandelaars. Waren ze nog geen tien jaar terug op dezelfde plek geweest dan zouden ze er hebben gezwommen, bijna driehonderd meter uit de kust. Ze bevinden zich aan de voet van wat nu de Hondsbossche Duinen heet. Een uniek kustbeschermingsproject tussen Camperduin en Petten in Noord-Holland. In 2014 en 2015 is 35 miljoen kubieke meter kalkrijk zand zo’n tien kilometer ver uit zee gehaald en voor de zes kilometer lange dijk van basalt en asfalt tussen Camperduin en Petten gedeponeerd. Daar zijn duinen en strand van gemaakt. Voor duinvorming is helm geplant en zijn schermen van riet geplaatst om stuivend zand te bedwingen. Vervolgens mocht de natuur zijn gang gaan. Als je nu door het gebied loopt – dat er gekomen is om ons tegen de stijgende zeespiegel te beschermen – is het alsof het nooit anders is geweest.

Voor natuurliefhebbers valt er in dit jonge gebied al verrassend veel te ontdekken, vertellen natuurgidsen Henk Groenewegen en Foppe de Haan en duinconsulent Nicolien van der Fluit. Onze ontdekkingsreis te voet begint direct aan het strand van Camperduin waar in 2021 de eerste initiatieven begonnen voor een Groen Strand. Inmiddels wappert de groene strandwimpel er ten teken dat hier door een grote groep vrijwilligers wordt gewerkt aan meer ruimte voor de natuur.

Handwerk

Fotograaf: Jos Lap

Natuurbeheer op het strand is handwerk. Hier geen grote machines die aangespoelde en weggegooide rommel weghalen. Vrijwilligers verzamelen flesjes, bekertjes en aangespoeld vuilnis en brengen dat naar een container bij een van de strandopgangen. Op dit strand mogen natuurlijke aanspoelsels blijven liggen. Hier vind je aan de rand van het strand – waar ook meeuwen en drieteentjes rondscharrelen – zwaardschedes, wulken, zeeboontjes, otterschelp, kreeftjes, grote plukken wier en zelfs stukjes rood steen die tijdens de ijstijd in de Noordzee zijn beland. We vinden een grote tepelhoorn en ernaast zijn slachtoffer: een schelp waarin hij met zijn tong een gaatje heeft geboord.

De Strandaanspoelsel Monitoring Projectgroep Camperduin van Stichting Anemoon zoekt elke twee weken het strand af naar wat er aan organismen aanspoelt. Vrijwilligers hebben ook over een kilometer lengte een stuk strand aan de voet van het duin afgeschermd met paaltjes en draad om loslopende honden te weren zodat strandvogels er kunnen broeden. Het afgelopen voorjaar hebben er vijf paartjes bontbekplevieren gebroed. Voor ons op de afgezette strook landen een paar witte kwikstaarten, waarschijnlijk op trek.

Witte duinen

Op het strand zelf zijn ook al nieuwe duintjes ontstaan met daarop helm, biestarwegras en zeeraket. Via een strandopgang komen we in de lage witte duinen begroeid met helm. Een eerste opvang bij storm en hoog water. Het duin hier mag afslaan bij storm en wordt dan weer aangevuld via suppleties waardoor het strand weer breed genoeg wordt. Hier en daar verschijnen planten als zeewolfsmelk en blauwe zeedistel naast de helm. Na de eerste duinenrij volgt een smalle vochtige duinvallei. Op sommige plaatsen is inderdaad water te zien. In de vallei vind je al wat brakminnende soorten als zeekraal, goudknopje, zeeaster en ruwe bies.

Veiligheidsduin

Het hoge duin daarna, ook wel veiligheidsduin genoemd, loopt bijna tot aan de zeedijk en is ongeveer even hoog als de dijk. Midden op dit duin loopt een fietspad evenwijdig aan de dijk. Dit deel van het duin raakt steeds meer begroeid met planten en duindoornstruweel. Tussen het hoge duin en de dijk is een kleine vallei waardoor een deel van de stenen aan de bovenkant van de dijk en het asfalt nog zichtbaar is. Tussen deze stenen is zand gewaaid en dat vormt een voedingsbodem voor allerlei planten zoals zeekool, reukloze kamille en bezemkruiskruid. Maar ook zeevenkel, gele hoornpapaver, strandbiet en zeeraket. Door het struweel is deze kleine vallei een eldorado voor kleine vogels. In de struiken broeden inmiddels roodborsttapuiten, kneutjes, blauwborsten en gele kwikstaarten. Een passerende vogelaar vertelt dat kleine vogels op trek er ook graag gebruik van maken. Recente bijzondere waarnemingen hier waren de Provençaalse grasmus en de draaihals.

Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier – beheerder van duin en dijk – is bij wijze van experiment het asfalt van de dijk aan het bedekken met gemaaid riet en zand waardoor allerlei nieuwe planten een kans krijgen en daarmee ook veel vlinders en andere insecten. De insecten zijn weer voer voor de jonge vogels.


Rugstreeppad en vlinders

Boven op de dijk gekomen zien we een roodborsttapuit in een duindoorn en springt een jonge rugstreeppad voor onze voeten weg, een soort die hier in het gras vaak wordt gezien. Vanaf de zeewering heb je landinwaarts zicht op de Putten, een plas water met eilandjes van grind. Daar broeden onder meer kluten, dwergsterns, visdieven, kokmeeuwen, plevieren en scholeksters. Tot voor kort zaten er ook heel veel grote sterns, maar die zijn door de vogelgriep verdwenen en nog niet terug zoals op Texel. Aan de binnenkant van de zeedijk is het hoogheemraadschap in 2016 op aanraden van de Vlinderstichting begonnen met een nieuwe vorm van beheer waardoor allerlei kruiden een kans krijgen: het sinusmaaien.

De helling wordt voor het maaien door medewerkers van het hoogheemraadschap gescand. Van bloeiende planten die men langer wil laten staan of van vogelnestjes worden de coördinaten doorgegeven aan de maaiploeg zodat er omheen gemaaid kan worden en dat levert meanderende patronen op de dijk op. Het maaisel wordt afgevoerd om de bodem te verschalen waardoor nectar leverende kruiden minder concurrentie hebben van snelgroeiende planten. De oude grasdijk heeft daardoor een diversiteit aan planten gekregen. Er zijn orchideeën gekomen zoals hondskruid en de bijenorchis. Maar ook kattendoorn, wilde peen, knoopkruid en Jacobskruiskruid. De bloemenrijkdom – in het hele duin- en dijkgebied zijn al meer dan honderd plantensoorten geteld – levert ook allerlei nieuwe soorten insecten op waaronder veel vlinders en bijen die op de nectar afkomen, en daarnaast ook sprinkhanen en libellen. Je ziet zandoogjes, blauwtjes, heivlinders en juffertjes. De manier van maaien levert een diversiteit aan milieus op wat de soortenrijkdom bevordert. De toevloed van insecten trekt onder meer veel jagende zwaluwen aan. De ‘uitgewerkte’ dijk is daarmee een bijzonder natuurgebied geworden.

Dit artikel verscheen in kwartaalblad Duin. Wil je meer weten over de Nederlandse kust? Word donateur en ontvang Duin voortaan elk kwartaal. Of vraag een gratis proefexemplaar aan.

Tekst: Jos Lap

Gerelateerde berichten

Op onze stranden, verborgen onder zeewier en ander aanspoelsel, leeft een gemeenschap van bijzondere dieren. Met de nieuwe Groene Strand zoekkaart van Stichting ANEMOON maak je kennis met onze obscure strandburen.
Een korte, maar complete wandeling: binnen een afstand van vijf kilometer kom je op deze wandeling alle aspecten van het duinlandschap tegen. Denk daarbij aan duinmeertjes, kale duinen, waterwinning, duinbos, grote grazers, vochtige duinvalleien, een uitzichtpunt…Bij het bezoekerscentrum kan je de auto goed kwijt en smaakt de koffie voor of na de wandeling heerlijk.