Op zoek naar stuifballen
Stuifballen zijn paddenstoelen. Ze zijn niet zo groot en ook niet erg opvallend, maar leuk om te zien. En wat ook leuk is: ze zijn niet zeldzaam. Als je weet waar je op moet letten, kun je ze gemakkelijk vinden, vooral in de winter.
Een konijnenkeutel op een steeltje
Stuifballen zijn zogenaamde stuifzwammen. Dat zijn schimmels die meestal bolvormige paddenstoelen vormen. De sporen vliegen door een gaatje of door scheur in de bol de wijde wereld in. Bij stuifballen zitten de sporen in een grijswit of licht geelbruin bolletje dat ongeveer even groot is als een konijnenkeutel. Dat bolletje staat op een geel- of roodbruin steeltje van 3 à 4 centimeter, vaak gedeeltelijk verborgen in het duinzand of tussen mos. Bovenop het bolletje zit een gaatje. Als je er voorzichtig tegen tikt, zie je hoe de sporen naar buiten komen en meegenomen worden door de wind.
Tussen duinsterretjes
De meest algemene stuifbal die je ziet in de Nederlandse duinen is de gesteelde stuifbal. Deze groeit in duingraslanden op een kalkrijke bodem, met kale plekken en mossen, meestal in de eerste kilometer achter de zeereep. Vaak is het zand niet lang geleden nog een beetje verstoven. De gesteelde duinbal groeit graag tussen mossen, vooral het gemakkelijk herkenbare, in de winter opvallend geelgroene duinsterretje.
Winterwandeling
Stuifballen zijn de hele winter te vinden, het meest van november tot en met februari. Anders dan de meeste plaatjeszwammen blijft een stuifballetje lang staan. Het bolletje wordt als het ouder wordt bijna helemaal wit.
Als je goed kijkt, en af en toe op de knieën gaat om te checken of het bolletje inderdaad op een steeltje zit, zul je tijdens een winterwandeling in het buitenduin vast een stuifbal kunnen vinden!
Auteur: Kees Vertegaal.
.