Auteur: Peter van den Berg
Welke planten zal een kind van een jaar of zes kennen? Ik denk gras, paardenbloem, madeliefje, brandnetel, roos, mos, boterbloem, zonnebloem. Maar het zou me niet verbazen als ook de klaproos in de top tien zou staan. Het is zo ongeveer de enige grote, rode bloem, die zo maar volop langs wegen staat. Ook zijn naam zal wel aanspreken. Hij groeit vooral op wat rommelige terreintjes. Ook in het duin is hij te vinden. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij symbool van de slagvelden. Hij verscheen er massaal. De akkerlanden waren immers geschikte maanschappen geworden. De bloemen kleurden als van bloed. Eigenlijk zijn het vooral akkerkruiden: met hun lange steel steekt de bloem mooi uit boven het graan. De rode blaadjes vallen gemakkelijk af, maar dan gaat het vruchtdoosje opvallen. Het is een fraai strooidoosje. De zwarte zaadjes zijn als blauw maanzaad, een familielid. Er zijn drie soorten wilde klaprozen: de ruige, de bleke, en de grote. Ze lijken op elkaar. Welke soort precies: er zijn onder meer verschillen in de bovenkant van die strooidoosjes, de stempelschijf. Het aantal stralen verschilt, en ook de kleur ervan. Het doosje van de grote klaproos is veel dikker. Maar een gespecialiseerd wespje kan ook een bol doosje veroorzaken. Ze legt een eitje in de jonge zaaddoos, het eitje levert een larfje en het larfje een galletje. De zaaddoos vervormt daarbij door stofjes van de larf die de groei reguleren.
Een bijzondere papaverfamilielid is de gele hoornpapaver. Bijzonder doordat hij vlak aan zee groeit, in een barre, zilte omgeving. Bijzonder ook doordat het ‘zaaddoosje’ extreem lang is: een hauw van vijftien tot dertig centimeter. Het is een echte hoorn, hij is ook wat gekromd. Bijzonder ook doordat hij overal langs de kust kan groeien. Het is echter vaak maar een enkeling, en eens in de tien jaar bijvoorbeeld. Volkomen onvoorspelbaar. En dat maakt hem geliefd. De bloemen zijn geel, en gelijkend flinke klaproosbloemen. De hele plant oogt blauwachtig. De aanpassing van de blauwe zeedistel aan de ruwe omstandigheden lijkt mij vergelijkbaar. De hoornpapaver houdt van een voedselrijke omgeving. Die levert het vloedmerk aan de duinvoet waar resten verteren van van alles wat aanspoelt. Eenmaal uitgebloeid, kunnen plantendelen losraken. De hauwen haken in elkaar, en de kluwen rolt in de wind overal heen. De zaden verspreiden zich daarbij. Familielid stinkende gouwe is ook geelbloemig. Die groeit veiligheidshalve rondom mijn huis.
Dit artikel verscheen in kwartaalblad Duin. Wil je meer weten over de Nederlandse kust? Word donateur en ontvang Duin voortaan elk kwartaal. Of vraag een gratis proefexemplaar aan.