Elke maand hebben we het over een dier of plant die je op dat moment in de duinen kunt spotten. Duindoorn is een tot 4,5 meter hoge doornige struik met smalle grijsgroene bladeren. De plant heeft dieprijkende wortelstokken en horizontale uitlopers waaruit weer nieuwe struiken groeien. Deze uitlopers zijn zo sterk dat ze moeiteloos door asfalt groeien. De struik is uitstekend bestand tegen harde zeewind en doorstaat overstuiving goed. Duindoorn bloeit in mei met kleine, onopvallende bloempjes die door de wind bestoven worden.
Bessen
De plant is tweehuizig, wat wil zeggen dat er aparte vrouwelijke en mannelijke planten zijn. Doordat de plant uitlopers maakt groeien mannelijke en vrouwelijke planten vaak in aparte groepen. De vrouwelijke planten dragen in het najaar de bekende oranje bessen die bijzonder rijk zijn aan vitamine C. De bessen zijn zeer geliefd bij doortrekkende vogels, met name lijsterachtigen, spreeuwen en kraaiachtige weten de bessen te vinden. Voor de menselijke smaak zijn de bessen te wrang om zo te eten maar wel geschikt voor het maken van sap, jam en moes.
Habitat
Duindoorn is bij uitstek een soort van de kalkrijke duinen. Hier vormt ze uitgebreide struwelen. Aan de lijzijde van de zeereep groeit ze vaak samen met vlier. Duindoornstruwelen handhaven zich zolang de bodem kalkrijk en humusarm is. Wanneer de bodem verzuurd ruimen duindoorns het veld en wordt hun plaats ingenomen door andere struiken.
Duinvalleien
In kalkrijke jonge vochtige duinvalleien zijn duindoorn en kruipwilg de eerste struiken die zich vestigen. In dit stadium zijn dergelijke valleien meestal rijk aan bijzondere soorten als parnassia, moeraswespenorchis, knopbies, groenknolorchis, zeegroene zegge en tal van andere soorten. Bij een beheer van jaarlijks maaien en afvoeren kan dit stadium zich lang handhaven. Wanneer beheer achterwege blijft zal duindoorn gaan overheersen en groeit de vallei dicht.