Witte steel met olijfbruine kop
Stinkzwammen hebben een 15 tot 20 cm lange witte, sponsachtige steel met daarop een relatief kleine donker olijfbruine geaderde kop. Die kleur is afkomstig van een stinkende smurrie waarmee de kop direct na het uitkomen bedekt is. De aaslucht trekt vliegen aan die zo zorgen voor de verspreiding van de sporen die in de smurrie zitten. Zodra de sporensmurrie is weggegeten verandert de kleur van de kop in bleekgeel.
De zwam begint als een grote witte, week aanvoelende, half uit de grond stekende bol: het duivelsei. De ontwikkeling gaat heel snel dus die duivelseieren zie je niet zo vaak.
Bos en duin
De meest algemene soort is de grote stinkzwam. Deze kun je gemakkelijk vinden in duinbossen in de binnenduinen en in landgoedbossen op de oude duinen. De duinstinkzwam is minder algemeen en kan je alleen vinden in zandige buitenduinen, het meest in de zeereep bij helmgras. De duinstinkzwam is afgebeeld op de foto; hij lijkt veel op de grote stinkzwam maar is iets kleiner.
Piek in oktober
Beide soorten stinkzwammen zijn het meest talrijk in de herfst, met een duidelijke piek in oktober. In droge perioden zijn het er wat minder, in vochtige of natte tijden meer. De grote stinkzwam kan je soms al vanaf juni vinden, de duinstinkzwam pas in september. Ga je in deze tijd van het jaar een frisse neus halen in de duinen, hou dan rekening met de stinkzwam.
Tekst: Kees Vertegaal