Watercrassula is een plantje uit Australië dat op een of andere manier terecht is gekomen in de duinen van Terschelling – voor het eerst werd het in 2012 gezien – en daar grote gebieden overwoekert. De provincie Friesland heeft besloten dat het afgelopen moet zijn. En als de Friezen zich iets voornemen zal het gebeuren ook: ‘by elke kosten’.
Crassula helmsii, Watercrassula, is een exoot, die behoort tot de familie van de vetplanten. Het plantje groeit op vochtige tot natte, voedselarme zandbodems, en kan in korte tijd een enorme plantenmassa produceren. Daarbij verdringt het plantje de inheemse flora, zoals pioniersplanten die zich proberen te vestigen in de vochtige duinvalleien. Wat ook bijdraagt aan de verspreiding is dat elk stukje van de plant dat achterblijft voor een nieuwe plant zorgt. Vogels met kleine stukjes aan hun poten geplakt of mensen aan hun schoenen, verspreiden het plantje dus ook. Kortom, Watercrassula is echt een probleem en er is geen eenvoudige manier om ervan af te komen, als dat sowieso al lukt.
In 2017 is geprobeerd zout water uit zee de valleien met de groeiplaatsen in te pompen omdat Watercrassula niet tegen zout water kan. Maar het zout uit het zeewater loste op in het ecosysteem en leidde niet tot voldoende verzilting.
In oktober 2018 werd besloten de zaak drastischer aan te pakken. Daarbij werd de Stichting Bargerveen ingehuurd en het bedrijf Soontiens uit Eindhoven, gespecialiseerd in het bestrijden van het woekerplantje. In de duinvalleien met veel Watercrassula werd de vegetatielaag met de plantjes volledig verwijderd, het zand met de plantjes begraven in een duinterrein met een vegetatie van grijze duinen, die eraan opgeofferd werd. Feitelijk was er sprake van een soort uitruil van zand, doordat het zand uit de kuil waarin de plantjes werden begraven werd gebruikt om de bodem van de geplagde vallei op te vullen. Door deze methode werd niet alleen de crassula verwijderd, maar ook de natuurlijke valleibodem, inclusief de zadenbank van de natuurlijke pioniervegetatie.
Om dit probleem op te lossen werd voorgesteld een zadenbank van elders te halen en deze in het schone zand uit te strooien, met name zaden en plantenresten van hoge waterplanten. Deze zouden vervolgens de crassula verhinderen om te groeien. Ook in dit geval heeft elk voordeel helaas een nadeel. Al geruime tijd probeert Staatsbosbeheer namelijk de groei van pioniersoorten te stimuleren door de duinvalleien te plaggen en op te schonen. Als die volgroeien met hoge planten is herstel van waardevolle pioniervegetatie ook niet meer mogelijk.
De Watercrassula vestigde zich op Terschelling in enkele valleien bij Midsland aan Zee, maar breidde zich snel uit naar andere valleien, waaronder het Waterplak, met kolonies van Aalscholver en Lepelaar. In het droge jaar 2018 werden de valleien gedurende de hele zomer drooggepompt waarbij het water werd afgevoerd naar zee. In het Waterplak was de bestrijding niet succesvol, de groeiplaatsen breidden zich uit tot een oppervlak van 8 hectare (de vallei is betrekkelijk voedselrijk door vogelmest). In 2019 is het Waterplak volgens dezelfde methode onder handen genomen, samen met de vallei Onder de Draad. Deze laatste vallei is inmiddels omgevormd tot een droog duin waarin de plantjes zijn begraven. Het benodigde zand voor het opvullen van de verwijderde vegetatielaag werd van her en der op het eiland aangevoerd, deels uit de zeereep.
Daarnaast zijn in een steeds groter aantal valleien het afgelopen jaar kleine groeiplaatsen aangetroffen, die voorlopig worden bestreden door “handpicking” (handmatig verwijderen). In het Meisterplak is dit niet succesvol geweest, waardoor ook deze vallei nu machinaal wordt opgeschoond op bovenstaande wijze.
Vijf miljoen euro is er inmiddels door de provincie besteed aan de opruiming van het woekerende plantje.
Om praktische redenen is er ‘even’ aan voorbij gegaan dat het Terschellingse duin Natura 2000-gebied is en dus wettelijk beschermd moet worden voor al te gortige ingrepen. Feitelijk had vanaf het begin de vraag nooit mogen zijn: hoe bestrijden we Watercrassula, maar: hoe bestrijden we het op een natuurlijke manier. Niet dat het antwoord daarop makkelijk zou zijn geweest. Helaas is tot nu toe geen enkele methode effectief gebleken, niet op Terschelling maar ook niet op andere plaatsen in Nederland. Zelfs ‘by elke kopen’ helpt voorlopig niet.
In samenwerking met Piet Zumkehr, duinconsulent Terschelling.
H.H. van Kleef E. Brouwer J.M.M. van der Loop M. Buiks E.C.H.E.T. Lucassen, Stichting Borgerveen, 2017.
Janneke van der Loop Hein van Kleef Johan van Valkenburg Lisette de Hoop Baudewijn Odé & Rob Leuven
De levende natuur, jaargang 118, nummer 4, p150 t/m 153.