Overal langs onze kust is een strandwandeling in de winter een leuk uitstapje voor de hele familie. Niet alleen om uit te waaien, maar zeker ook voor schelpen en andere strandvondsten. Het speciale aan de wandeling vandaag is, dat ik op stap ga met Marijke Kooijman, bioloog, werkzaam geweest bij Kust en Zee en actief bij stichting Duinbehoud en bij stichting Anemoon. Deze laatste organisatie houdt zich bezig met het monitoren van de Nederlandse mariene flora en fauna om ontwikkelingen te volgen en adviezen voor beheer en behoud te kunnen geven.
Ik ontmoet Marijke op de parkeerplaats bij de KNRM in Katwijk. Er staat een stevige wind uit zee. “Wat we straks vinden op het strand, heeft veel met de windrichting te maken. Met westenwind komt er vaak drijvend spul op het strand, zoals wieren met luchtblazen, inktvisschilden en rogge-eieren. ”De bovenstroom van de zee gaat in dezelfde richting als de wind. De onderstroom tegenovergesteld. “Zo spoelen met oostenwind meer kleine en rollende schelpen aan, tere gekleurde schelpjes en leuke horentjes. ”
Laag water
Het is een uur voordat het echt laag water is (de getijden zijn terug te vinden op de website www.getij.rws.nl). “De beste tijd om te gaan, want dan heb je ongeveer twee uur om schelpen en ander aanspoelsel te vinden op de laagwaterlijn. ”En een voordeel is ook, dat het zand daar dan hard (nat) is en dus makkelijker loopt dan op het droge zachte deel. We stappen het strand op, net ten noorden van de afwatering van de Oude Rijn in Katwijk en gaan richting Noordwijk. Dit is het stuk strand waar Marijke met andere vrijwilligers wekelijks monitort voor stichting Anemoon. Dan worden de soorten geteld en vooral gekeken naar vers biologisch (recent nog levend) materiaal.
Er zijn twee lijnen met aanspoelsels op het strand te zien: de laagwaterlijn en de hoogwaterlijn. Telkens staat de zee ongeveer een uur stil na opkomend water (vloed) en afgaand tij (eb). Dat is de tijd dat drijvend materiaal naar beneden kan zakken. Elk tij duurt ongeveer zes uur. Dus twee keer per dag.
Veel oude schelpen
“Je kunt altijd schelpen vinden op het strand. In de loop van de jaren is het wel veranderd. Zo vinden we steeds minder verse schelpen. Wat er altijd ligt zijn oude schelpen (vanaf de laatste ijstijd) of zelfs fossiele schelpen. ”Marijke pakt een paar schelpen op en laat het verschil zien tussen oude (vaak bruiner of blauwer tot afgesleten exemplaren) en verse (witter, glanzender, twee kleppen aan elkaar of zelfs met het (week)dier er nog in) schelpen. “Door de suppleties en ook de windmolens is er veel verandering gekomen in wat we vinden. De suppleties zorgden bijvoorbeeld voor fossiele schelpen uit de warmste periode van de ijstijden. Enkele van deze soorten vinden we nu weer vers, eengevolg van de opwarming van de aarde. Andere soorten zijn uitgestorven. ”Deze fossiele schelpen zijn honderd duizenden jaren oud. Schelpen zijn levensvormen die nauwelijks veranderd zijn gedurende al die jaren! We kijken als het ware via de schelpen ver terug in de tijd.
We lopen met gebogen hoofd verder en rapen verschillende soorten schelpen op. Zo vinden we onder andere verschillende soorten strandschelpen, de Amerikaanse boormossel, zaagjes, muiltjes, venusschelpen, een ruwe boormossel en een fuikhoren. Altijd leuk om zoveel mogelijk verschillende soorten te vinden en om ze te leren kennen is het dan weer leuk een zoekkaart mee te nemen.
Klimaatverandering
“De verse vondsten geven een beeld van het leven in de zee tot twee à drie kilometer uit de kust. ”Als we even later op een plek staan met een enorme hoop schelpen zie ik heel veel grote scheermessen. “Dit zijn Amerikaanse zwaardschedes. Dit is een invasieve soort: ze hebben de zwaardschedes die hier vroeger voorkwamenverdrongen. Ze kwamen met het ballastwater en zijn ‘sterker’ dan onze inheemse zwaardschedes. ”Ik vind er een met wat verse kleine muiltjes erop vast. “Die muiltjes zijn ook nieuw hier, “zegt Marijke, “dat is een gevolg van de klimaatverandering. Die verandering werd al zichtbaar in de jaren negentig. Toen werd hier voor het eerst de breedpootkrab gevonden. Die is nu heel normaal.
”Niet alleen vanwege de sterke westenwind (ik schat windkracht 5) en kou besluiten we eerder naar het achterland te gaan, maar ook vanwege het kleine aantal verschillende vondsten. “Vaak is het effect van de storm pas na een paar dagen te zien en kan wel tot elf dagen na de storm zichtbaar zijn . ”Terwijl we nog genoeg schelpen zagen langs de laagwaterlijn (vlakbij zee) is de oogst op de hoogwaterlijn, die vandaag nauwelijks opvalt, heel matig. “Het winterseizoen is wel de tijd om op het strand te zoeken, omdat het dan regelmatig (uit het noordwesten) flink kan stormen. Als daarna de wind uit het oosten komt, spoelt er veel door de stormgolven losgewoeld (verkleumd) bodemleven op het strand aan. Zeesterren en verwante soorten bijvoorbeeld.”
De Coepelduynen
We gaan omhoog via strandopgang acht richting Coepelduynen en lopen het wandelpad langs het fietspad terug naar Katwijk. Er zijn andere mogelijkheden omde wandeling te vervolgen: langs het strand tot Noordwijk (4 kilometer) en dan over het wandelpad langs de duinen terug (4 kilometer) of via de Coepelduynen (ingang via de Boerhaveweg ). Er is ook een ingang aan de kant van Katwijk. Let op: de Coepelduynen zijn tijdens het broedseizoen (15 maart –15 augustus) gesloten.
Terwijl we het strand aflopen, wijst Marijke nog op de jonge duintjes. “Door de zandsuppletie komt er veel zand bij op het strand dat de heersende wind naar de zeereep blaast. ”Nieuwe duintjes ontstaan doordat dit zand dan weer wordt vastgehouden door achtereenvolgens: biestarwegras, zeeraket, helm en zandhaver. Al deze soorten komen we tegen. De Coepelduynen is een interessant duingebied tussen Noordwijk en Katwijk. Er loopt één zandwandelpad en verder mag je daar struinen door het zeedorpenlandschap. Verder zie je er veel natuurlijke stuifkuilen, grote vlakten met duinroos en bijzondere paddenstoelen. Zeker de moeite waard om het gebied een keer te verkennen (zie de wandelingdoor dit gebied op de website van Stichting Duinbehoud).
Eenmaal terug op de parkeerplaats lopen we nog wat verder, aan de andere kant van de Uitwatering om in het gloednieuwe paviljoen De Watering te genieten van koffie met gebak en onze vondsten naderte bekijken.
Praktische informatie:
-Parkeerplaats KNRM in Katwijk: Noordduinseweg Katwijk
-met bus 31 en 90, halte camping Noord-Coepelduynen zijn gesloten van 15 maart – 15 augustus (broedseizoen);
-Een zoekkaart aanspoelsel is gratis aan te vragen bij Het groene strand of een geplastificeerde schelpenkaart voor 3 euro te koop bij Malacologische Vereniging, zie voor verkoopadressen www.spirula.nl. Je kunt ook een app, genaamd Beach explorer downloaden.
-De oude Redschuur, Rijnmond 200 in Katwijk, open op zaterdag van 10.00 –16.00 uur. Hier kun je ook de zoekkaart krijgen.
-Kleed je extra warm aan. Op het strand is het kouder dan in de duinen en trek stevige schoenen, liefst waterdichte, aan.
-Op de website van Stichting Anemoon staan ook de andere stranden van België en Zeeland t/m Waddeneilanden, waar en wanneer gemonitord wordt (SMP Strand Monitoring Project): www.anemoon.org/doe-mee/agenda. Loop gerust eens mee.
Informatievoor kinderen: https://www.anemoon.org/projecten/anemoon-kids
Tekst: Annelies Boutellier
Fotografie: Coen Blom