De bladeren zijn van de bomen gevallen, het seizoen voor paddenstoelen is voorbij en de winter komt er aan. Bomen en struiken zijn kaal en in een lange winterslaap gegaan. Zo op het eerste gezicht is de natuur grijs en grauw geworden. Maar niet als je wat beter kijkt en oog hebt voor het kleine groen in de natuur. Op de boomwortels en omgevallen boomstammen in het bos vind je donkergroene mossen. In het open duin ligt er soms een tapijt van heldergroen mos over het duinzand. Bij een vale winterzon en vochtig weer lijken die mossen licht te geven.
Mossen
Mossen zijn bijzondere planten. Eigenlijk zijn het helemaal geen planten. Ze hebben geen wortels, geen vaatbundel waar plantensappen doorheen stromen en geen houtige delen om rechtop te kunnen blijven staan. Mossen zijn alleen maar bladeren. Hele tere, dunne bladeren die vaak maar één laag cellen dik zijn. Mossen zijn niet veeleisend en heel fascinerend: ze kunnen leven van de regen en de wind. Ze hebben geen wortels en kunnen dus geen gebruik maken van de voedingsstoffen in de bodem. Hun voedingsstoffen halen ze uit de lucht en uit de regen die ze opvangen met hun bladeren.
Kussentjesmos
De naamgeving van mossen is beeldend. De naam beschrijft vaak de vorm die ze hebben. We kennen laddermos, dikkopmos, kussentjesmos (heerlijk zacht en te gebruiken als hoofdkussen), purpersteelje, gaffeltandmos, klauwtjesmos en kronkelsteeltje.
Het duinsterretje
Mijn favoriet is het duinsterretje. Dit mos vertoont zich in het open duin in twee gedaantes. Bij droog en warm weer krullen de blaadjes om en is het mos onopvallend aanwezig in het duin. Bij vochtig weer vouwen de blaadjes zich open en lichten ze felgroen op. Zeker in de wintermaanden zijn de lichtgevende groene mossen in het open duin een schitterend gezicht.
Met een mooie winterzon is het zeker de moeite waard om een flinke duinwandeling te maken en op zoek te gaan naar de mossen; goed voor het humeur en de gezondheid.
Auteur: Marc Janssen