Het klinkt tegenstrijdig: duinen versterken door er kerven in te maken! Toch is dat wat Rijkswaterstaat, waterschappen en duinbeheerders af en toe doen. Het is wel maatwerk, de ene kerf is de andere niet!
Werken met de natuur
‘Dynamisch kustbeheer’ is een hoekstenen van Nederlandse veiligheidsbeleid. Dat is mogelijk door de natuur zijn werk te laten doen. Zo worden duingebieden worden robuuster als er zand naar binnen waait.
De veelal westenwind in Nederland, die recht op grote delen van de kust staat blaast het zand uit de Noordzee de duinen in. Rijkswaterstaat helpt een handje door extra zand voor de kust en op het strand te spuiten.
Maar omdat we de zeereep (de eerste duinenrij) op veel plekken hard en hoog hebben gemaakt door helm te planten of vangschermen te plaatsen, komt veel zand uit zee niet verder dan het strand en de eerste duinenrij.
En dan komen de kerven of inkepingen in de voorste duinenrij om de hoek kijken. Kerven in de zeereep vormen vloeiend oplopende glijbanen waarlangs de wind het zand omhoog stuwt en over de kop van de zeereep verder de duinen inblaast.
Wetenschappelijk onderzoek
De afgelopen jaren is veel ervaring met deze werkwijze opgedaan. Wetenschappelijke studies bevestigen de positieve gevolgen. Ze wijzen ook op de randvoorwaarden: eerst heldere doelen stellen, dan zorgvuldig plannen én uitvoeren en nauwgezet volgen wat de effecten zijn. Maatwerk dus! Zo is een van de succesfactoren geleerd: het verwijderen van begroeiing en wortels in de kerven om die glad te maken en houden.
Is er risico dat de zee via de inhammen door de duinen breekt en het lager liggende achterland? Nauwelijks! Immers, op veel plekken ligt de zeewering verder landinwaarts. Er wordt een veilige marge ingebouwd met de hoogte van de zeereep bij een stijgende zeespiegel. Door de hoogte in de kerven jaarlijks te meten, komen deze niet onder het minimumniveau.
En op de langere termijn helpt deze methode juist om risico dat de zee het achterland bereikt te verkleinen. Duingebied wordt breder dankzij extra zand.
Meer biodiversiteit
Er is een mooi bijeffect van meer nieuw zand in de duinen: het kalkrijke Noordzeezand gaat verzuring van de duingrond tegen. Daardoor komen er meer verschillende planten en dieren bij die horen bij de ‘jonge’ duinen achter de zeereep; meer biodiversiteit! Dat effect wordt nog sterker door de aanleg van stuifkuilen die terreinbeheerders aanleggen voor extra verstuiving. Dat is nodig vanwege minder grazende en gravende konijnen.
Parallel met de rivieren
Er is een interessante parallel met de moderne omgang met onze rivieren. Daar was het antwoord op toenemend smelt- en regenwater lange tijd: hogere en sterkere dijken bouwen om de rivieren binnen hun bedding te houden. Met het programma ‘ruimte voor de rivieren’ heeft Rijkswaterstaat oude rivierarmen en overloopgebieden geschikt gemaakt voor extra rivierwater. RWS schrijft: “Nederland is kwetsbaar voor overstromingen. Niet alleen vanuit zee, maar ook vanuit onze rivieren. … Daarom geven we de rivieren meer ruimte om het water veilig af te kunnen voeren. Zo werken we aan de veiligheid van ons rivierengebied.”
Ruimte maken in de zeereep voor wind en zand is ook zo’n veiligheidsmaatregel die zijn nut inmiddels volop heeft bewezen.
………………….
Meer weten?
Een filmpje over stuivende duinen ‘Stuivend zand versterkt de duinen – Springertduinen Goeree-Overflakkee’ vindt u op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=B6ZSNvzBaWs.
Voor wetenschappelijk onderzoek naar kerven, zie o.a.: Evolutie van de kerf, Een onderzoek naar succes- en faalfactoren van kerven in de zeereep, van Maarten Nijenhuis/Hogeschool Van Hall Larenstein in opdracht van Programma Naar een Rijke Waddenzee.
In het zojuist verschenen nummer van Duin (winter 2024) staat een artikel over ‘De invloed van kerven in Meijendel’.
Het lentenummer van Duin in 2023 was geheel gewijd aan kustbeheer onder het motto ‘Natuurlijk Veilig’. Geomorfoloog en duinkenner Bas Arends schreef een artikel over ‘Kerven en suppleties’.