In Dol op de Duinen zetten we elke maand een vrijwilliger of betrokkene van Stichting Duinbehoud in de schijnwerpers. Zij vertellen waarom de duinen een speciale plek in hun hart hebben. Deze keer: Krijn Tanis, duinconsulent.
Van jutter tot natuurbeschermer
Als de jonge Krijn van zestig jaar geleden zou zien hoe zijn favoriete natuurgebied er nu bijligt, zou hij moeite hebben zijn ogen te geloven. De Kwade Hoek op Goeree-Overflakkee is na de bouw van de Haringvlietsluizen en de aanleg van de Maasvlakte 1 en 2 door verzanding flink aangegroeid. Het gebied is volgens Krijn nu het mooiste en meest dynamische stuk van Zuidwest-Nederland.
Duinconsulent Krijn Tanis (70) is geboren en getogen op Goeree-Overflakkee en groeide op onderaan het duin bij het Flaauwe Werk, op tweehonderd meter van het strand. Het strand, het duin en de zee zitten hem in zijn bloed. Hij kan er als geen ander over vertellen.
Als kind rende Krijn als het stormde naar het strand om hout te jutten. Van het aangespoelde hout maakte hij eigenhandig konijnenhokken of een groot duivenhok. “Ik vind het mooi om dingen met mijn handen te maken. Ik heb in die lagereschooltijd van dat gejutte hout ook eens een tafel van vijf meter bij anderhalve meter breed gemaakt voor mijn verzameling flessen. Ook die vond ik op het strand en ik stalde ze dan uit op de tafel, gewoon in de buitenlucht. Toen wist ik al dat ik timmerman zou worden.” “Soms verkocht ik het gejutte hout ook aan mijn opa, die drie huizen verderop woonde en boer was. Mocht ik het dan later toch weer nodig hebben, dan haalde ik het weer terug.” Het gereedschap kon Krijn lenen van zijn opa. Na de Watersnoodramp van 1953 had die allerlei soorten nieuw gereedschap gekregen, want alles was in de ravage verdwenen.
Bunkers en nestkastjes
In Krijns jeugd werd op Goeree-Overflakkee een deel van de Atlantikwall opgeruimd, die de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog had aangelegd om de kustlijn te verdedigen. De bunkers werden met dynamiet opgeblazen en het puin kreeg een nieuwe bestemming; het werd gebruikt voor de aanleg van een onderhoudspad door de duinen, vanaf het Flaauwe Werk tot bijna aan het Havenhoofd. “Ik mocht dan mee met de vrachtwagens die af en aan reden. Dat vond ik natuurlijk leuk.”
Jaren later, toen de bunkers bijna allemaal wegwaren, vroeg Krijn toestemming om een nestkastjesproject op te zetten in de duinen. “In die bunkers broedden voorheen namelijk best veel vogels, zoals winterkoninkjes en kwikstaarten. Ik heb toen een kleine honderd nestkastjes opgehangen op de kop van Goeree, waaronder bij de Kwade Hoek. Allemaal zelf getimmerd. Samen met mijn buurjongen ging ik dan controleren wat erin zat. Ik nam een multomap mee waarin ik bijhield welke soort er broedde, hoeveel eieren erin lagen en hoeveel jongen er uitvlogen.”
Bijna overal in
“Toen ik een jaar of 18 à 20 was, kwam ik in aanraking met John Beijersbergen, destijds student en later duinconsulent van Stichting Duinbehoud in Zeeland. Dat is een goede vriend van me geworden. Ik heb hem ontmoet in een strandtent, bij een biertje. Hij deed vogelonderzoek in het gebied. Van John heb ik ontzettend veel geleerd over het duin.” Nog steeds spreekt Krijn regelmatig met vriendengroepen af bij het strand en de duinen. Voor de gezelligheid, maar ook om kennis uit te wisselen.
Krijn Tanis is in de periode daarna actief geworden in allerlei organisaties die zich inzetten voor de natuur en het landschap van Goeree-Overflakkee. “Ik zit bijna overal in”, zegt hij zelf. Zo is hij sinds 1978 werkzaam als duinconsulent voor Stichting Duinbehoud. Gebiedsbeheerder Jan Vlietland wees hem daar destijds op. De organisatie Natuur- en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee (NLGO) is zelfs in zijn huis opgericht. Die bestaat intussen ook al zo’n 45 jaar. Daarnaast is hij onder meer ook WetLandWacht voor de Vogelbescherming en heeft hij zitting in de Groene Raad, een overlegorgaan van een aantal natuurbeschermingsorganisaties met de gemeente.
Als je zoals Krijn al langer bij dit soort organisaties betrokken bent, ken je de achtergronden van ontwikkelingen en de geschiedenis van het gebied op je duimpje. Dat soort kennis mist Krijn weleens bij medewerkers van de gemeente en bij organisaties als Natuurmonumenten en Zuid-Hollands Landschap. “Daar is het verloop de laatste jaren groot. Mensen blijven tegenwoordig maar een paar jaar op hun post. Dat is soms lastig.”
Kunst om het zo te behouden
Het gaat op dit moment goed met de Kwade Hoek, kan Krijn tevreden vaststellen. De laatste jaren floreren er bijvoorbeeld ook weer een aantal Rode-Lijstsoorten zoals de zeelathyrus, heemst, kwelderzegge en zeevenkel. Het uitzicht vanaf het strand richting Maasvlakte 1 en 2 zullen veel natuurliefhebbers misschien minder fraai vinden. Toch weerhoudt dat Krijn er niet van de vergelijking met het waddengebied bij Schiermonnikoog te maken. “Het gebied is net als de wadden bijzonder dynamisch. Voor de natuur hebben de aanslibbing en de groeiende zandbanken veel goeds gebracht.”
In de naast de Kwade Hoek gelegen Middelduinen en Oostduinen, een kalkrijk gebied met kleine duintjes en valleitjes, komen sinds een aantal jaar ook weer meer bijzondere plantensoorten voor. Dat was in het verleden wel anders. Tot ongeveer twintig jaar geleden kon water ongezuiverd de slenken inlopen. Ook is het vee weggehaald dat er graasde.
Daardoor raakte de grond verrijkt en dat ging ten koste van de biodiversiteit. Krijn vertelt: “De terreinbeheerder doet nu weer aan beweiding en er wordt gemaaid. Maar het groeit allemaal zo snel dat je wel heel alert moet zijn om het bij te kunnen houden. De kunst is om het zo te behouden als het nu is, met al die soorten. Dat lijkt me nog niet zo eenvoudig.”
Krijn is blij dat het gebied als een van de eerste in Nederland de Groene Wimpel van het Groene Strand heeft mogen ontvangen. “Die erkenning hebben wij onder meer gekregen vanwege de bescherming van de strandbroedvogels. En er zijn heel veel vrijwilligers van NLGO die meewerken aan bijvoorbeeld het schoonhouden van het strand en aan educatieve informatievoorziening aan strandbezoekers. Krijn mag best tevreden zijn als hij terugkijkt en het verschil tussen toen en nu in zich opneemt. Er is veel bereikt in de loop der jaren. En daar heeft hijzelf een flinke bijdrage aan
geleverd.
Door Helm Horsten